Tot 15 maart stelt René Olgers (1962) een serie olieverfschilderijen tentoon in Zaal 100. Geen schilderijen om naar te kijken, maar schilderijen die je aankijken, de ruimte veroveren, op je afkomen. De wanden ondergaan vanwege de grote formaten een bijna architectonische ingreep. Rond de bar wordt de bezoeker omringd door schilderijen van pijnbomen en naaldwouden uit o.a. Nederland, Duitsland, Polen en Portugal. Je hebt het gevoel in het bos opgenomen te zijn. Grafische en sferische werelden lopen door elkaar. Bijna alle bosgezichten staan vol halve silhouetten in tegenlicht, soms afgewisseld met mistbanken. Het ingenomen kikvorsperspectief maakt dat de bomen als enorme zuilen in beeld zijn gebracht. René legt soms dagelijks zo'n tweehonderd kilometer op de fiets af alvorens hij, uiteraard in een bos, zo rond zonsondergang, afstapt. Hij is dan meestal zo moe dat hij op zijn buik liggend begint met schetsen en fotograferen. Dat verklaart het extreem lage perspectief en felle tegenlicht. Soms is het licht zo fel dat de stammen of takken niet meer doorlopen. Dan ontstaan er witte gaten die door de stammen breken. Naast bosgezichten hangen er ook enkele schilderijen van velden vol weedplanten. Vanwege het lage perspectief even overdonderend in beeld gebracht als de bossen.
Behalve werken uit de groene wereld exposeert René Olgers portretten van bevriende kunstenaars als Herman Brood, Wally Tax en Nicole Cohen en een aantal Noord Amerikaanse Indianen. Hier wordt vanwege de grafische benadering zijn achtergrond als zeefdrukker zichtbaar. Er is nauwelijks onderscheid tussen de haarlokken op een zwart-witportret van Herman Brood en het silhouet van de krullende takken aan een bijna Japans aandoende boom. Voor René is de boom Zen-achtig. Ik vraag hem wat hij daarmee bedoelt. René: "Ik heb nooit in een klooster gezeten, dus het heeft ook iets heel irreëels zoiets te zeggen. Zen is leegte. Leegte speelt een grote rol in mijn werk, of het portetten zijn of bossen. Er zijn zen-momenten. 'Heaven is a place where nothing ever happens' van de Talking Heads, dat is Zen." Misschien is het ook juist die verstilling die de overrompelende impact van het lage perspectief zo interessant maakt. Er lopen hier spanningsvelden door elkaar tussen leegte en volte, licht en donker, hoog en laag. Geen alledaagse ervaring.
Aja Waalwijk voor de Staatskrant februari 2013