In de maand oktober exposeert Nicole van Hasselt een bijzondere collectie foto's in Zaal 100. De onderwerpen varieëren per project, evenals de ermee samenhangende vormen van presentatie. Op dit moment houdt ze zich bezig met het maken van huwelijksreportages. Een belangrijk deel van de expositie bestaat dan ook uit trouwfoto's. Maar niet de clichés uit de familiealbums.
Huwelijksfoto's zijn de laatste vorm van voorouderverering. Welk kind kent de trouwfoto van zijn of haar ouders niet? Het statische ikoon van de vader en de moeder, keurig naast elkaar in een gouden lijstje. Nicole van Hasselt breekt met de traditionele frontaliteit. Haar uitkaderingen en settings wijken af. De echtparen zijn niet alleen van boven, onder of van opzij maar zelfs van achteren vastgelegd. Het zijn onbewaakte ogenblikken, wisselwerkingen met de omgeving. Een bruid die in smetteloos wit afdaalt door een trapgat met afgebladderde muren. Een vrouw met gespreide armen over de kofferbak van een auto, haar gezicht tegen het achterrraanpje gedrukt van waarachter haar kersverse echtgenoot haar toelacht. Een bruidspaar als deel van een boeket in en op een auto. Een man die oplost in een abstract beeld van serpentineslierten. Er zijn details van handen, verstrengelde vingers, armen en benen. Nicole van Hasselt: “Het is constant hetzelfde thema: mensen die zich aan elkaar verbinden. Maar het is iedere keer een nieuwe film, dus het verveelt nooit. Mij interesseert een handeling of een interactie tussen mensen. Soms is die formeel, soms liefdevol. Liefde is er altijd wel, maar hoe laat men dat zien? Het is niet niets als je het besluit neemt voor altijd met elkaar om te gaan. Soms schieten de tranen me in de ogen. Trouwen heeft ook vaak iets geils, vanwege al die splitten en dure kleding. En fotograferen heeft iets voyeuristisch. Het gaat mij om de essentie van de gebeurtenis, het extatische moment. Dan komen de dingen in verhouding tot elkaar in een compositie. Dat moment zit dus ook in jezelf. Intuïtief maak je de click. Ik ensceneer niet veel. Het gaat om het waarnemen. Je hebt te maken met een tijd-ruimte verhaal waarin alles constant beweegt. En in die beweging is er altijd het moment en dat bevries je.”
Er zijn niet alleen huwelijksreportages. In de jaren tachtig fotografeerde ze indianen in Lima en Venezuela. Zwart-wit beelden van vrouwen, straatkinderen, oude mensen. Stillevens van lijnen vol wasgoed in de straten van Cuzco en Caracas. In Amsterdam liet ze Indiase bloemenverkopers c.q. polaroid-fotografen poseren voor hun eigen camera. Het resultaat is een serie uitvergrote snapshots van verlegen mannen met rozen. Als geheel een op zichzelf staand document. Er zijn ook landschappen, bergen die vervluchtigen in de mist. Er is een drieluik met klaprozen. Een serie van een libelle die zich ontpopt en zijn vleugels droogt. Het gaat om processen. Om de kracht van de breekbaarheid.
Aja voor De Staatskrant oktober 1999