Tot eind juni exposeert Jeroen ter Welle (1970) een dertigtal pasteltekeningen in Zaal 100. Het werk bestaat uit abstracte planten, hoofden, kapsels en wezens, opgebouwd uit combinaties van bonte kleurschakeringen en zachte tinten.
Jeroen studeerde fotografie aan de Gerrit Rietveldacademie, maar er wordt volgens hem al zoveel gefotografeerd, dat hij er niet veel meer aan kan toevoegen. Hij specialiseerde zich daarom in eerste instantie op het maken van korte films opgebouwd uit fotosequenties, maar richtte zich voor zijn films ook op andere media. De pasteltekeningen vormen hiervan een weerslag. De achtergronden bestaan uit uitgeveegde eenkleurige vlakken die om de meanderende figuren heen lijken te vloeien. Vier- vijf- en zeshoorns en andere ondefinieerbare wezens vullen het papier. Binnen- en buitenkanten lijken van elkaar losgeweekt. De buitenste lijnen of contouren maken de wezens weliswaar herkenbaar, de invulling van de figuren is weer een optelsom van autonome kleurvelden en concentrische patronen. Toch zijn deze ook weer een organische eenheid. Door allerlei kleuren laag voor laag over elkaar te zetten, ontstaan ragfijne en geruisloze overgangen die alles binnen de contouren laten zweven en daardoor een bijna etherisch effect teweegbrengen.
Jeroen ter Welle: "Ik wil als fotograaf geen sublieme ervaringen vastleggen, maar juist het niet sublieme. Het sublieme of pittoreske is overdonderend, net als de overdreven landschappen uit de negentiende eeuw. Een landschap is niet subliem, dus waarom een foto wel? De laatste film is een landschapsfoto van een bos dat tot leven komt. Door verschillende foto's als in een animatie samen te voegen en ze te combineren met foto's van botanische tuinen, val je keer op keer in andere landschappen en wordt het een reis die je in het echt niet kunt maken. Ik stapte over op andere media om met stilstaande beelden films te maken. Vanaf dat moment ben ik gaan tekenen. Een gegeven uit de werkelijkheid naar eigen hand zetten levert een fantasiewereld op waarin je kunt wegdromen. Ik vind het belangrijk om even in een niet bestaande wereld te kunnen verkeren. Wegdromen is loskomen van dagelijkse beslommeringen, evenals het spelen met techniek en materiaalonderzoek.”
Aja Waalwijk voor de Staatskrant juni 2017