“Muziek is beweging, ritme, ontwikkeling in de tijd, maar ook spanning. Drie bassisten naast elkaar hebben een andere motoriek dan een rij blazers, die natuurlijk onderling ook weer enorm verschillen.” Ine Ophof fotografeert jazz-musici, legt de wisselwerkingen vast tussen de muziek, de muzikanten en haarzelf. Het gaat haar om de registratie van de muzikale ervaring. Door een langere belichting vangt zij performers en instrumenten in vloeiende lijnen, dansende kleuren en lichtexplosies. Soms maakt ze zelf ook “zwiepers”, bewegingen waardoor het lijkt alsof de beelden voorbijflitsen, als in een oogopslag. Ine presenteert het tegendeel van het dwingende kijken waar met name fotografie moeilijk aan ontsnapt. Ze trekt de waarneming uiteen. “Ik speel met mijn kamera zoals de musici met hun instrumenten. Deze manier van fotograferen is voor mij dan ook helemaal verbonden met deze geïmproviseerde muziek, soms fantastisch, soms botsend, soms scheef of binnenste buiten.” De komposities zijn opgebouwd uit bewegingen van vingers, armen, instrumenten, licht en kleur. Ze maken soms weer deel uit van sekwenties, beeldenreeksen die tijdens één sessie zijn gemaakt, zodoende weer een indruk gevend van een chronologische tijdsontwikkeling. Af en toe zijn er musici herkenbaar, zoals Sean Bergin in een wervelwind van koper, of Tobias Delius en Ab baars, half zichtbaar verweven in een bijna vloeibaar groepsportret. Het zijn visuele interacties met de muziek, foto's uit het Bimhuis maar met name uit Zaal 100. De opening van deze bijzondere tentoonstelling gaat daarom ook vooraf aan de wekelijkse jazz-avond aldaar.
Aja voor De Staatskrant februari 1998