De boeddhistische voorstelling van de god van de dood die de liefde bedrijft met de godin van het leven symboliseert verwevenheid tussen tegendelen. Erotiek speelt niet alleen een belangrijke rol in de Mongoolse religieuze kunst, maar ook in de traditionele Zurag-schilderijen. Deze zijn vaak geënt op voorstellingen uit de Kama Sutra, de verhandelingen over de liefde. "Zuragschilderijen dragen traditioneel een wat karikaturaal karakter", zegt de schilder Bayarsajdan Dashdorj. Voor hem is sensualiteit uitgangspunt en daarin uit zich zijn "modernisme", een voor Mongolië nieuwe klassieke stijl. Het meest verrast mij de tekeningen van copulerende mannen en vrouwen op paarden in vol gallop. De mannen in het zadel en de dames in omgekeerde houding op hun schoot.
Behalve erotische schilderijen en tekeningen zijn er ook een aantal landschappen tentoongesteld. In de Europese schilderkunst is men sinds de uitvinding van het perspectief stiekem aan het fotograferen geweest. Op de schilderijen van Narmandah Boldhuyag zijn de figuren op de voorgrond even groot als die daarachter. Vlak voor de schilderijen staande valt het verschil niet op. Het nodigt uit van voorstelling naar voorstelling te gaan en bij het overzien van een groep mensen in te zoomen op details. Het oog corrigeert klaarblijkelijk de proporties in relatie tot het verschil in afstand.
Er ligt een andere werkelijkheidsbenadering aan de Mongoolse kunst ten grondslag dan aan de Europese. De menselijke figuren en paarden dartelen over de steppen en zijn niet zoals bij ons in het landschap begraven. Tekent een Mongool een huis in vooraanzicht, dan klappen de wanden aan beide kanten open. Het uitgangspunt ligt bij de toeschouwer, niet in het verdwijnpunt aan de horizon.
Mongoolse kunst in Zaal 100, van 16-29/5, met werk van Narmandah Boldhuag, Bayarsajkhan Dashdorj, Sergelen, Ichbajar, Batsuh, Dolgor en Jinbat. Opening 17/5, 17u.
Aja Waalwijk voor de Staatskrant mei 1997