In januari exposeert Andreas van Elburg (1950) olieverfcollages in Zaal 100. Andreas schrijft en etst vanaf eind zestiger jaren. Zijn liefde voor het gebruik van taal en het enigszins grafische karakter van zijn werk zijn deels te verklaren door zijn opvoeding in de drukkerij van zijn vader.
Maar ook Anton Heijboer, die hij als jongen meerdere malen ontmoette, had zijn invloed. Eenvoudige vormen, getoonzet in aardse kleuren, geven zijn werk een organisch en natuurlijk aanzien. Het olieverfschilderij The Maker roept associaties op met een zeepaardje en een soort ei, parel of oestervorm op de bodem van een oceaan, een soort oerkunst waarvan de beelden zich moeilijk laten raden. De geschilderde en getekende collage Het Kind toont een beeldvullend en bijna dreigende kleuter. Maar het is ook bevrijdend. Alsof het kind een oude agressieve jas als een slangenhuid van zich afschudt, of een innerlijke wereld als een jas opentrekt. Van Elburg schildert pas wanneer hij niets meer te zeggen heeft. Toch maakt taal onherroepelijk deel uit van zijn oeuvre. Universele Droefheid staat in het engels met grote letters op een doek als cosmos, alsof het in de sterren staat geschreven.
De olieverfcollage MKZ toont twee symmetrisch geplaatste zwanen waarvan de vleugels in het midden van het doek in elkaar overgaan of zich uit elkaar lijken te ontrollen als een draaiende appelschil. De elkaar spiegelende vogels vloeien uit elkaar voort in een beweging van binnen naar buiten, geaccentueerd door kleurverschillen en penseelvoering. Ze zijn uitgeknipt en op een strakke witte achtergrond geplakt als heraldische figuren op een stadswapen, maar dan heel ruimtelijk. Op één van de zwanen een gedicht als op een tibetaans gebedsvlaggetje in de wind. Verschillende werkelijkheden overlappen elkaar keer op keer.
Love as Blackmail is de tekst/titel onder een schildering op een opengevouwen vel donkerbruin papier dat oogt als perkament. Het vouwpatroon vormt een reliëf als stralen vanuit het midden naar de hoeken en zijkanten, als ware het een authentiek historisch document. Het woord blackmail verwijst naar post. Op het als brief gepresenteerde papier is een witte figuur afgebeeld, zittend tegenover zijn omgekeerde schaduwbeeld waarmee het een soort a-symetrische yin-yang vormt. Zwart en wit vormen hier een dualiteit. De witte figuur houdt een rood vierkant vast, geschilderd langs de vouwlijnen die aan zijn kant het midden van de schildering vormen. Zijn alter-ego zit met lege handen. Wat het rode vierkant representeert is niet duidelijk: een pakje, een brief, de liefde? Wat wordt er verborgen gehouden? Kijken we tegen verpakkingen aan of door verpakkingen heen? Liefde impliceert openheid, blackmail het tegenovergestelde. Is liefde hier een rood ding geworden, verpakte handelswaar? De vrijwel identieke maar omgekeerde figuren tegenover elkaar illustreren eerder een innerlijke dialoog dan een uitwisseling tussen twee personages. Maar wat betekent dit als deze innerlijke dialoog een brief is? Dan stuurt iemand een monoloog op, een gesprek met zichzelf. En waarom zo oud en geheimzinnig? Kan elke liefdesbrief op den duur een vorm van blackmail worden? Is liefde als blackmail van alle tijden? Wat is liefde als blackmail? Andreas van Elburg zet hier een kunstwerk neer met een gelaagdheid en daarmee suspense die de kijker middels een spel tussen tekst, vorm en inhoud tot detective, of op zijn minst tot onderzoeker maakt. Kunst om voor te applaudiseren.
van 7 tot 31 januari 2009 in Zaal 100
Aja voor de Staatskrant januari 2009