Aafje der Kinderen woont en werkt in de Staatsliedenbuurt. Vanaf dinsdag 6 april stelt zij grafiek tentoon in Zaal 100. Een expositie bestaande uit linoleumsnedes, geaquarelleerde foto's en olieverf-gouachecombinaties op papier.
Haar schilderingen zijn grafisch van karakter, bestaan uit zware omtreklijnen in dikke lagen olieverf gecombineerd met kleurvlakken in vetkrijt. Ze doen denken aan Afrikaanse of Australische Aboriginal kunst maar ook aan Cobra en soms hebben ze het karakter van cartoons. Diepbruine kleuren binnen in zwarte kaders opgezette tribale motieven als veren, boemerangs, didgeridoo-achtige vormen, maskers of percussiestokken maken het werk ingetogen, geven ze een magische uitstraling. Er zijn composities vol onbekende tekens en symbolen. Door de combinatie van materialen ontstaat er binnen de ruimtelijke contrasten een plasticiteit, beweging en gloed als in glas-in-lood-werk. Qua stijl en kleurbenadering vormen haar zelfbedachte mythologische dieren een contrast. Zo is er een gehoornde griffioen met kippenpoten, de buik van een wolvin en een puntige satirstaart in zachte tinten. Hier zijn de contouren tot een minimum beperkt. Haar meer cartoonachtige werk bestaat daarentegen weer vaak uit één zwierige lijn, zoals de uiterlijke vorm van een man-vogel, een platte figuur in blauw, bestaande uit een mannenhoofd en een vogelkop in ontsteltenis of verbazing tegenover elkaar. Alsof ze zichzelf uit elkaar trekken, uit elkaar voortkomen, of tegen elkaar botsen. Het blauwe wezen heeft een groene voet en een oranje vogelpoot, een oranje hand en geel opstaande staartveren in de vorm van een hand. Dat is humor.
Aafje der Kinderen begon haar oeuvre met linoleumsnedes en verklaart haar schildertechnische benadering vanuit dit perspectief. Grafische technieken blijven uitgangspunt. In haar recente werk, waarbij foto´s van modellen in allerlei poses en uitdossingen zijn beschilderd brengt ze een totaal andere wereld in beeld. Een waarin de grenzen wegvallen en abstractie en figuratie, voor- en achtergrond, binnen- en buitenkant in elkaar overvloeien tot portretten die hun gedachtes de vrije loop lijken te geven.
Expositie in Zaal 100 van 6 tot 30 april
Aja Waalwijk voor de Staatskrant april 2010