Baafje Wezelman overleed op vrijdag 25 oktober j.l. in haar woning aan het Van Hogendorpplein. Na opbaring in de kerk van Ruigoord volgde maandag de crematie op de Oosterbegraafplaats. Amsterdam verloor een bijzondere inwoner wier leven draaide om de geest, de poëzie en het samenzijn. In Ruigoord plantte ze de PoeTree en wil ze haar as verstrooid zien. Vele vrienden en vriendinnen bewezen haar een laatste eer.
Elke plant die thuis voor haar bloeide was het geschenk van een astrale macht. Soms stond er hartje winter een bloem in haar tuin, een rode anjer in de sneeuw. Niets gebeurde zomaar. Het leven was magisch als je er oog voor had.
In haar gedichten gebruikte ze grenzeloze metaforen. Is de dichter dieper op de vlakte, hoger in de ruimte of wandelt hij gewoon op aarde? Dat soort relativerende vragen. De aarde was haar afleerplaneet en de zon kon van binnenuit schijnen. Spirituele taal met een moraal, belerende zelfbespiegelingen, gedachten als gedichten.
Baafje werd geboren in 1936 te Den Helder. Ze werd hervormd opgevoed en vertrok op haar vijftiende naar Amsterdam waar ze o.a. als model op diverse kunstakademies werk vond. In 1964 leidde zwangerschap tot een traumatische ervaring. Door de vroedvrouw gedwongen niet aan de weëen toe te geven, werd de baby vanwege zuurstofgebrek spastisch geboren. In 1973 werd haar dochtertje weggehaald door jeugdzorg. Het jaar daarop ontvoerde ze haar kind dat bij een pleeggezin was ondergebracht en zwierf enkele weken door Den Haag omdat niemand daar zou zoeken. Ze overnachtten in het Westerpark en later in het Vondelpark van waaruit Baaf dagelijks haar huis bevoorraadde tot ze voedsel voor weken had ingeslagen. Ze barrikadeerde de deuren en blindeerde de ramen maar de politie stond snel op de stoep en bracht haar naar de gesloten afdeling van het W.G. Haar dochter Jaqueline wist zich te verstoppen en werd via een vriendin bij familie ondergebracht.
Rond 1974 kwam ik haar tegen in De Cosmos, Paradiso, Melkweg of 's zomers op haar vaste stek in het Vondelpark. Baafje was sociaal bewogen, zag zichzelf als healer en is dat voor velen geweest. Voor zichzelf zorgde ze niet goed. De pijn die zij voelde was altijd die van een ander. Rond 1980 werkte ze in Water en Brood, een gekraakt caféetje in de Paleisstraat. Elke dag soep voor 50 cent of gratis. Als een soort moeder voor tientallen punkers verzamelde ze dagelijks na sluitingstijd weggegooide groenten op de Albert Cuyp. En elke maand Soepie en Poesie, want Baafje schreef en luisterde graag. Ze trad op in de Melkweg, Pampus, de Krater, Het getal 0, de Etna en Ruigoord en maakte vanaf 1997 deel uit van de kern van dichters in Zaal 100. Daar ging maandelijks haar Poetry-Pig rond om geld in te zamelen voor o.a. de dakloze dichters.
Ze wilde thuis sterven, liep weg uit het O.L.V.G. zonder zich uit te schrijven; voelde zich proefkonijn voor kinderen in de opleiding. In ochtendjas het ziekenhuis uitrennend, geschept door een auto, stuiterde ze als een balletje over het wegdek en werd door een onthutste chauffeur spoorslags naar huis gebracht. Nog geen kwartier nadat de doktoren alarm sloegen zat Baafje weer thuis, onder de bloeduitstortingen. “ Zij hebben mij nodig, ik hun niet, ik ga zelf wel dood” Daarna hebben we gelachen. Dat was typisch Baaf.
Aja voor de Staatskrant november 2009Baafje, mijn moeder mijn braafje, mijn hoeder. Zo hard gewerkt, niet alles verwerkt en toch gaan. Ik kom er achteraan. Mijn moeder en haar tijd halen mij in. 'k Ben niet de enige, I know, maar alsjeblieft, geef me een nieuw begin, alleen dat heeft zin. Weet dat je bent, die ik altijd heb gekend. Beter was er niet, en toch wil ik niet stukgaan van verdriet. Weet dat ik er ben, zoals ik kan zijn, niet meer of minder, that's me. Heb vrede lieve Baaf en slaap in vrede zo fijn. Alles heb je nog in de wereld, behalve pijn. Dat is wat ik je kan geven, in mijn leven, voor jou Ik hou, hou, hou van het leven en de lessen in jou Jaqueline van der Braak
zie ook: Cirkelen met Baafje Wezelman (Galerie 100)