Computers en RSI
RSI (repetitive strain injury) is een verzamelnaam van allerlei verschillende
klachten aan hand, pols, elleboog, schouder of nek als gevolg van herhalende
bewegingen, een verkeerde houding of als gevolg van het ontbreken van beweging
(steeds dezelfde statische houding). Klachten zijn er soms ook als er geen
belasting is.
Het stellen van een juiste diagnose is moeilijk, omdat er een waaier
aan klachten op verschillende plaatsen mogelijk is in het gebied tussen
vinger, schouderblad en nek. De klachten kunnen van persoon tot persoon
verschillen en bovendien verhuizen van het ene lichaamsdeel naar het andere.
De verschijningsvormen zijn legio: (chronische) pijn, stijfheid, tintelingen,
krachtverlies, een koud of doof gevoel. Het gaat daarbij vaak om aspecifieke
klachten. Deze globale termen staan een goede diagnose in de weg en daarmee
de keuze voor de meest effectieve behandeling.
Niet iedere schouder-, nek of armklacht hoeft RSI te zijn; er kan ook
sprake zijn van andere aandoeningen. In tien procent van de gevallen kan
een arts wel een diagnose stellen en komt dan bijvoorbeeld uit op carpaal
tunnel syndroom (CTS) of slijmbeursontsteking aan schouder of elleboog.
Oorzaken van RSI
|
|
Vaak wordt een verkeerd ingerichte werkplek gezien als de enige
oorzaak van RSI. Maar een goed ingerichte werkplek is nog geen
garantie dat RSI wordt voorkomen. Veel RSI klachten ontstaan namelijk door
een verkeerde houding. Werken in een voorovergebogen en/of gedraaide houding,
langdurig werken in dezelfde houding of lange tijd achter elkaar dezelfde
bewegingen maken, kan RSI gerelateerde klachten veroorzaken ook al is de
werkplek goed ingericht.
Het steeds in dezelfde houding werken is één van de boosdoeners:
diverse spieren blijven constant aangespannen. Een wisselend gebruik van
de spieren is dan ook van groot belang. |
De eerste tekenen van RSI
Als iemand zich in de handen wrijft vanwege een geïrriteerd
gevoel, de polsen uitschudt of naar de nek grijpt. Dat lijkt nog onschuldig
en na een paar dagen rust zijn de klachten meestal weg. Het is dan wel
tijd écht iets te ondernemen en niet te wachten tot de klachten
toenemen tot de pijn de nachtrust verstoort.
Bij RSI kunnen er globaal drie fases worden onderscheiden:
Fase 1: minder ernstig |
|
|
In deze fase is er sprake van pijn en vermoeidheid aan de vingers,
handen, polsen, armen, schouders of nek tijdens, of na een lange periode
van computergebruik. De klachten zijn plaatselijk en kunnen gepaard
gaan met kramp of een doof gevoel. Ze worden echter snel minder als je
stopt met werken. Er is dus een duidelijke relatie tussen de werkzaamheden
en de pijn, maar meestal kun je normaal blijven functioneren.
Bij tijdige onderkenning van de symptomen en snel ingrijpen kunnen
de klachten echter verminderen of zelfs geheel verdwijnen.
Fase 2: ernstig
In de tweede fase houden de klachten langer aan en kunnen zelfs
de nachtrust verstoren. Er is geen duidelijke relatie meer te leggen met
bepaalde bezigzaamheden. De klachten breiden zich verder uit tot tintelingen,
irritaties en krachtverlies. De pijn straalt uit naar andere delen van
het lichaam.
Fase 3: zeer ernstig
In deze fase is de pijn altijd aanwezig, ook in rust als
je niet achter de computer zit. Er ontstaan soms zwellingen in de
armen of er treden veranderingen op in de huidskleur. Pijnlijke plekken
kunnen koud aanvoelen. Er is sprake van een verlamd gevoel met duidelijke
tintelingen. In deze fase kun je zelfs geen licht werk of klusjes in huis
meer verrichten.
Hoe RSI voorkomen?
De kans op het ontstaan van RSI-gerelateerde klachten wordt zo klein
mogelijk gehouden, door de volgende "regels" in acht te nemen:
-
Let op goede opstelling van beeldscherm, toetsenbord, documenthouder, muis
en joystick
-
Zorg voor een goede ondersteuning van rug, armen en voeten door stoel en
tafel goed in te stellen
-
Breng variatie aan in je werkzaamheden; wissel beeldschermwerk af met ander
soortige werkzaamheden
-
Neem een goede houding aan
-
Wissel makkelijke en moeilijke werkzaamheden af
-
Pauzeer regelmatig kort, en ga even achter je computer vandaan; meerdere
korte pauzes zijn beter dan één lange
-
Ontspan regelmatig je ledematen door oefeningen te doen
-
Breng niet langer dan 5 á 6 uur per dag achter een beeldscherm door.
Inrichting van de computertafel
Een goed ingerichte werkplek is de eerste stap om RSI klachten te
voorkomen. Zorg in ieder geval voor een goede stoel!
De zithoogte
Zet de voeten plat op de grond of op een voetensteun.
Zorg dat de onderbenen verticaal zijn, zodat de hoek tussen boven-
en onderbeen ca. 90 graden is.
Zorg dat de bovenbenen en knieën niet afknellen, bij een hoek
van 90 graden is dit nooit het geval.
De rugleuning
Het onderste deel van de rug moet gesteund worden door de rugleuning.
Stel de hoogte van de leuning hierop in.
De armleuning
Bij ontspannen neerhangende bovenarmen en een horizontale houding van
de onderarm dienen de ellebogen nog net de armleggers te raken .
Onderarm en bovenarm maken een hoek van 90 graden.
Ontspan uw schouders, voorkom dat je met opgetrokken schouders achter
het toetsenbord zit.
De werktafel of bureau
De hoogte van de armleuning van de stoel moet gelijk zijn aan de hoogte
van de werktafel
Pas zonodig de bureauhoogte aan. Als dit niet mogelijk is, pas dan
de stoelhoogte aan. Gebruik een voetenbank wanneer u de voeten niet plat
op de grond kunt zetten
Bij een te laag werkblad zijn blokjes of uitschuifpoten soms een oplossing,
zorg voor voldoende beenruimte.
Lees- en schrijfwerkzaamheden
Het gedeelte van de tafel dat u voor lees- en schrijfwerkzaamheden gebruikt,
heeft een goede hoogte als het werkvlak zich, bij ontspannen neerhangende
bovenarmen, een paar centimeter boven ellebooghoogte bevindt.
Het beeldscherm
Ga recht voor het beeldscherm zitten.
Het beeldscherm moet 50 à 70 cm van je ogen afstaan.
Zorg dat de bovenzijde van het beeldscherm op ooghoogte staat. De kijkhoek
is dan ongeveer 30 graden; een grotere hoek kan leiden tot nekklachten
Gebruik eventueel een monitorverhoging om het beeldscherm op de goede
hoogte te stellen.
Het toetsenbord
Ga recht voor het toetsenbord zitten en plaats het toetsenbord 8 à
10 cm van de rand van het werkblad.
Het toetsenbord mag niet te hoog zijn, want anders geeft het werkblad
geen steun meer.
Probeer tijdens het typen je polsen recht te houden. Voorkom dat de
pols te ver naar achteren buigt, waardoor klachten kunnen ontstaan. Laat
de polsen/handen tijdens het typen zweven boven het toetsenbord
De documenthouder
Gebruik een documenthouder om tekst op papier op dezelfde ooghoogte
te plaatsen als het beeldscherm. Dat is minder belastend voor nek en schouder.
Deze houder wordt alleen aangeraden als u lang achtereen gegevens moet
invoeren.
Indien u niet blind typt, wordt aangeraden de tekst(houder) tussen
het toetsenbord en het beeldscherm te plaatsen.
Veilig muizen
Gebruik de muis ook eens met de andere hand.
Houd de muis in de hand in het verlengde van de onderarm, buig de pols
niet achterover of naar links of rechts. Een goede muis is niet te dik.
Hoe dikker de muis, hoe meer de hand achterover buigt. Deze stand is erg
belastend. Voor mensen met kleine handen is een polssteun een oplossing.
Voor kleine muisbewegingen moet de onderarm worden ondersteund door
het tafelblad of door een armsteun.
Maak grotere bewegingen met de muis vanuit de elleboog en niet vanuit
de pols.
Laat de zijkant van de handpalm op de muismat rusten. Hierbij zorgt
een ergonomische muis voor de meest natuurlijke stand van pols en hand.
Leg de muis voor in de hand en laat de vingers ontspannen op de muisknoppen
rusten (dus niet krampachtig erboven houden en niet knijpen).
Zorg voor een goede instelling van de muissnelheid. Als meerdere muisbewegingen
(optillen en opnieuw plaatsen) nodig zijn om de cursor over het beeldscherm
te bewegen, is de muis te langzaam ingesteld. Staat de muis echter te snel
ingesteld, dan schiet de cursor zelfs met een kleine beweging al over het
doel heen.
Een goede muismat is niet te glad en niet te stroef. Heeft de muis
geen goede wrijving meer, maak dan het kogeltje in de muis en de aandrijfrolletjes
schoon of vervang de muismat.
Stel het dubbel-klikken langzaam in of gebruik een muis met 3 knoppen,
waarbij de middelste knop de dubbel-klik functie vervangt. Dit kan op de
computer worden ingesteld.
Vermijdt het muizen, door gebruik te maken van de functietoetsen en
sneltoetsen (shortcuts) waar het kan. De help-functie geeft dit alternatief
vanzelf aan. Laat bij gebruik van het toetsenbord de vingers op de toetsen
rusten.
Binnenklimaat
Bij een goede werkplek hoort een goed binnenklimaat, geen storende geluiden
en een goede verlichting. Een verkeerde verlichting kan hinderlijke spiegelingen
in het beeldscherm veroorzaken. Omdat (beeldscherm)apparatuur nogal wat
warmte produceert, dient de binnenklimaat-regeling zo afgestemd te worden,
dat droge lucht en warmte geen klachten veroorzaken. Daarnaast kunnen apparatuur
en bezigheden van collega's, vrienden of familieleden zoals gillende
kinderen leiden tot geluid dat je als hinderlijk ervaart. Hinderlijk geluid
kan zorgen voor problemen bij de concentratie waardoor je de spieren gaat
spannen. Daarom is het wenselijk om lawaaiige apparatuur, zoals printers,
in een aparte ruimte te plaatsen. Je kunt laserprinters en kopieerapparaten
die zeer veel gebruikt worden het beste buiten de werkruimte plaatsen in
een geventileerde ruimte, i.v.m. warmte- en stofproductie. Daarnaast kunnen
er nog andere oorzaken zijn voor een slecht binnenklimaat, bijvoorbeeld
tocht. Door tocht gaan mensen vaak werken met opgetrokken schouders, waardoor
de spieren onnodig worden aangespannen.
Oefeningen ter voorkoming van RSI
Een goede uitgangshouding voor deze oefeningen is de volgende:
-
Zit of sta met een rechte rug, dat is heel belangrijk
-
Hou het hoofd recht, kruin wijst naar het plafond de schouders zijn
laag en ontspannen
-
Adem een paar keer diep in en uit en richt uw aandacht op het nek- en
schoudergebied. Blijf tijdens de oefeningen goed doorademen, zet de adem
niet vast.
-
Ga recht boven op je zitknobbels zitten.
-
Ontspan je schouders en til je hoofd uit je nek.
-
Let goed op de ruimte die nu ontstaat. Niet alleen in de nek, maar in
de gehele romp. Voel je adem.
-
Strek je armen omhoog en maak jezelf zo lang mogelijk.
-
Schouders laag. Denk bij je schoudergewricht aan een klok. Maak met
beide schouders cirkels. Eerst 10 cirkels voorwaarts, daarna 10 cirkels
achterwaarts. Doe het aandachtig en langzaam. Voel wat het effect is.
-
Armen hangen los langs de romp. Bij het inademen hef je de rechter schouder
op. Terwijl je uitademt, gaat het rechter oor naar de rechter schouder.
-
Inademen: hoofd weer rechtop. Uitademen rechter schouder weer omlaag.
-
Voel even wat het verschil is tussen je rechter en linker schouder.
Herhaal deze oefening vervolgens 2x rechts, daarna 3x links.
-
Zorg dat je warme handen hebt (wrijf ze even warm). Plaats je handen
om de nek/hals.
-
Maak kleine cirkels met het hoofd.
-
Je kunt de handen wat losser maken en de cirkels met het hoofd iets
groter maken.
-
Voel wat er gebeurt.
-
Laat de cirkels kleiner worden totdat je hoofd in het midden staat.
-
Voel na. Schud handen en armen los.
-
Breng de schouders naar de oren en laat op de uitademing in één
keer los.
-
Plaats je warme handen op het schoudergebied. De vingers drukken krachtig
op de spieren
-
Beweeg de ellebogen op en neer zodat de vingertoppen steeds van plaats
veranderen.
-
Masseer op deze manier de spieren aan de bovenkant van de rug
-
Handen wegnemen, armen in uitgangspositie uitschudden.
-
Draai je handen rond vanuit de polsen (linksom en rechtsom).
-
Spreid en sluit de vingers een aantal keer.
-
Schud de armen los en laat de handen en vingers in de beweging meegaan.
Meer informatie:
Patiëntenvereniging: http://www.rsi-vereniging.nl
RSI-center: http://www.rsi-centrum.nl
Dit is een bewerking van de
rsi-pagina van de Leidse Universiteit